Trauma en fracturen
Fracturen kunnen operatief of niet operatief behandeld worden. Onverplaatste fracturen worden meestal behandeld met gips of brace. Operatieve behandeling dient overwogen worden voor verplaatste fracturen om een goede genezing in een correcte anatomische stand te bekomen.
Operatie
​
Bij open reductie en interne fixatie (ORIF) wordt via een incisie de breuk op zijn plaatst gezet (gereduceerd) en gefixeerd. Fixatie kan gebeuren met osteosynthese materiaal zoals plaat en schroeven, pinnen, intra-medullaire nagel en prothese.
​
Opname is via het dagziekenhuis of hospitalisatie. De operatie wordt uitgevoerd onder locoregionale of algemene anesthesie.
​
Postoperatief
​
Postoperatief wordt een drukverband en/of gips aangelegd. Postoperatief relatieve rust met hoogstand en ijs is noodzakelijk. Regelmatig beweging van de gewrichten rond de fractuur kan stijfheid en stramheid voorkomen. Bij preventie van trombose (klonters in de benen) wordt een subcutane injectie van laag moleculair gewicht heparine voorgeschreven bij risico patiënten, voor een minimum periode van 10 dagen. De injecties kunnen door de patiënt zelf of een verpleegster gegeven worden.
De eerst controle na ontslag van het ziekenhuis wordt voorzien binnen de 14 dagen. De hechtingen worden verwijderd na 10-14 dagen. Het herstel verloopt afhankelijk van de ernst van de fractuur. Minimum genezing van een fractuur is 6 weken. Bij fracturen van het onderbeen het kan tot 24 weken zijn. Weke delen, zoals spieren en huid, rond de fractuur nemen ook tijd te genezen.
​
Regelmatige opvolging klinisch en met radiografie wordt gepland.
Het osteosynthese materiaal kan verwijderd worden indien het dagelijks leven gestoord wordt.
Het materiaal wordt pas verwijderd bij volledige genezing.